Seniorenwerk en WWZ 2021

Interview met Ulla Becker, Diny Kuppen en Thea Martens

Welzijn op Recept heeft veel verandering meegebracht voor ons.

Diny Kuppen

Corona

Dat corona bepalend was voor het Seniorenwerk, staat buiten kijf. Wel is door de sociaal werkers anders met de beperkingen omgegaan. Zo vertelt Diny dat zij en Dette in Boxmeer toch veel naar kantoor zijn geweest. ‘Ik moet klanten ontmoeten om te kunnen beoordelen wat er nodig is’, licht zij toe. En dus gingen ook huisbezoeken door. Uiteraard met anderhalve meter afstand en mondkapjes, en altijd in goed overleg met de inwoner. Ulla geeft aan dat ze ook op huisbezoek is geweest, maar toch in veel mindere mate. ‘Er zijn ook veel huisbezoeken uitgesteld en er zijn veel contacten digitaal verlopen.’ Maar vooral het contact onderling, met collega’s werd door haar gemist, elkaar zien en sparren over casussen.

Voor inwoners betekende corona een periode van angst en eenzaamheid, volgens de collega’s van Seniorenwerk. Er was ook veel behoefte aan dagbesteding. ‘Maar niet iedereen heeft een indicatie voor dagbesteding’, zegt Ulla. Dat ook de wmo-consulenten niet op huisbezoek kwamen zag Diny als een gemis. ‘Soms werd er tijdens een digitaal gesprek via “Teams” aan de inwoner gevraagd hoe het ging met het huishouden. Die antwoordde dan dat het goed ging. Maar ik zag dan tijdens een huisbezoek de muizen wegschieten. Dan wilde ik zo graag dat die consulente kon zien wat ík zag.’ En ook voor vrijwilligers was corona een moeilijke tijd. Met alle activiteiten die dan weer wel dan weer niet door konden gaan wisten zij lang niet altijd wat ze konden bijdragen. ‘En ook onder hen was er angst en speelde soms de eigen gezondheid een belangrijke rol in de overweging om al dan niet vrijwilligerswerk te doen.’

Verklaring cijfers

De toename van klanten in het Seniorenwerk is waarschijnlijk te wijten aan Welzijn op Recept én het feit dat mensen steeds ouder worden. Ulla: ‘wanneer je te maken hebt met een verouderende doelgroep dan gaan er verschillende zaken spelen. Zo vallen er ook veel mensen weg waardoor veel eenzaamheid ontstaat.’ Daarnaast staat het woningtekort volgens Diny centraal: ‘We verwachten van mensen dat zij steeds langer zelfstandig thuis blijven wonen. En tegen de tijd dat het echt nodig is om te verhuizen naar bijvoorbeeld een gelijkvloerse woning, is er een dringend tekort. Liefst zouden deze mensen dan in de buurt van andere ouderen wonen, maar dat kan niet.’ ‘Wat in het cijferverslag niet per se terugkomt zijn de korte contacten. Een kort contact is vaak maar één contact of enkele contacten, terwijl een casus heel veel contacten zijn met klant, netwerkpartners, mantelzorgers etc. In Boxmeer WWZ zijn het afgelopen jaar 3719 contacten in de casussen geweest en voor WOR 617 contacten. Dat zegt vooral heel veel over de toenemende complexiteit van veel casussen’, legt Diny uit.

Ontwikkelingen

Het woningaanbod is op diverse manieren van invloed op ouderen. Behalve het tekort aan geschikte woningen spelen ook financiën een rol. ‘Veel ouderen hebben hun huis vrij. Zij zijn niet bereid om terug te gaan naar een situatie waarin zij huur moeten betalen. Zelfs als er geld vrijkomt uit de verkoop van het huis, zien zij er tegenop ineens weer die lasten te moeten dragen’, legt Ulla uit.   Diny: ‘Welzijn op Recept heeft veel verandering meegebracht voor ons.’ Thea vult aan: WOoR ging over mensen die bij een huisarts eigenlijk niet verder komen omdat ze geen medicijnen nodig hebben en tegelijkertijd ook geen ernstige psychische zorg. Het gaat om brede vragen, bijvoorbeeld mensen die heel eenzaam zijn of een duwtje in de rug nodig hebben. Voorheen verwezen huisartsen zelden door naar het sociaal werk en nu doen ze dat wel. Met Welzijn op Recept is het verwijzen naar sociaal werk dus enorm toegenomen en dat is in lijn met een landelijke ontwikkeling die al een aantal jaren in opmars is, waarbij meer aandacht is voor de stap naar de basis en het preventieve veld.’ In alle oude gemeentes heb je één persoon die de toegangspoort is tot Welzijn op Recept, behalve in Sint-Anthonis, waar het Dorpsteam deze vragen afvangt.

Samenwerking

De samenwerking met partners is goed. Behalve de aangesterkte band tussen huisartsen/POH en sociaal welzijn is er in veel gemeenten sprake van samenwerking met diverse lokale organisaties, zoals MEE en UNIK maar ook bewind voering, GGD, GGZ, dagbestedingen en de 10 huishoudelijke hulporganisaties. ‘De KBO en Stichting Welzijn Ouderen zijn belangrijke partners waarmee we graag nog meer verbinding zouden krijgen.’ Ulla: ‘In Cuijk is de Stichting Welzijn Ouderen zelfstandig geworden waardoor we meer een adviserende rol hebben gekregen. Eigenlijk is de samenwerking overal een beetje anders. Maar er is overal veel contact met partners.’ Ook de brede samenwerking volgens Blikveld 360 wordt door het team positief ervaren. ‘Tijdens zo’n gesprek komen er veel nieuwe invalshoeken en andere ideeën op tafel. Het zou ook collectief ingezet moeten worden.’

Voorzorgcirkels

De voorzorgcirkels zijn erop gericht senioren bewust te maken dat als zij ondersteuning nodig hebben, zij meer op elkaar aangewezen zijn omdat er sprake is van schaarste in de zorg. Je kan dat vergelijken met de vroegere burenhulp; het creëren van een netwerk om mensen heen om lichte ondersteuning te bieden. Thea: ‘In een projectplan is beschreven wat de verwachtingen zijn van de voorzorgcirkels en zijn er zelfs concrete verbindingen gelegd. Maar door corona is daar veel in veranderd. Mensen die bij elkaar gebracht zijn, zijn ondertussen bijvoorbeeld overleden.’ Ulla: in 2021 zijn ook vrijwilligers geworven voor dit project. In 2022 willen we echt gaan uitvoeren maar dan moeten we dus ook opnieuw gaan kijken hoe we uitvoering kunnen geven aan de voorzorgcirkels.’

Toegevoegde waarde

Seniorenwerk biedt zowel individuele als collectieve ondersteuning. De collega’s zetten zich in om ondersteuning te bieden aan diverse organisaties zoals de KBO’s, ze ondersteunen, bemoedigen en stimuleren de betrokken vrijwilligers en hebben daarnaast één op één contact met ouderen. ‘We kunnen mensen op allerlei manieren ondersteunen, zoals bij het digitaal vaardiger worden. Wij organiseren voor dat soort thema’s de voorzieningen.’

Vooruitblik

‘2021 was een jaar waarin we intern lijnen hebben uitgezet met betrekking tot onze werkwijze en nagedacht over hoe we in de toekomst het Seniorenwerk vorm willen geven. De breder wordende doelgroep, ook vanuit de WWZ, dwingt ons opnieuw te kijken naar hoe verschillende vakgroepen zich tot elkaar verhouden. In 2022 heeft Welzijn Op Recept (WOR) ook een meer stevige plek in onze organisatie.’ Thea: ‘In 2022 zullen ook de voorzorgcirkels echt vorm moeten gaan krijgen zodat het idee kan landen.’ Diny: ‘Uiteraard hopen we dat er meer open kan en dat we weer dingen kunnen organiseren!’